achterhoofdsbeen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ach·ter·hoofds·been
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van achterhoofd en been met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | achterhoofdsbeen | achterhoofdsbeenderen |
verkleinwoord | achterhoofdsbeentje | achterhoofdsbeentjes |
Zelfstandig naamwoord
het achterhoofdsbeen o
- (anatomie) één van de beenderen van de schedel
- Het achterhoofdsbeen was niet goed zichtbaar.
Vertalingen
1. één van de beenderen van de schedel
Gangbaarheid
- Het woord 'achterhoofdsbeen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.