• kaak·been
enkelvoud meervoud
naamwoord kaakbeen kaakbeenderen
kaakbenen
verkleinwoord kaakbeentje kaakbeentjes

het kaakbeeno

  1. (anatomie) een van de beenderen van de schedel
    • Kon jij op die afbeelding het kaakbeen zien? 
94 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be