wiggenbeen
- Geluid: wiggenbeen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈwɪɣə(n)ˌben / (3 lettergrepen)
- wig·gen·been
- samenstelling van wig en been met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wiggenbeen | wiggenbeenderen wiggenbenen |
verkleinwoord | wiggenbeentje | wiggenbeentjes |
het wiggenbeen o
- (anatomie) een van de beenderen van de schedel dat als een wig tussen de schedelbeenderen geplaatst is
- Waar bevindt het wiggenbeen zich, mevrouw?
- wiggebeen (officiële spelling tot 2006)
1. een van de beenderen van de schedel
- Het woord wiggenbeen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wiggenbeen" herkend door:
41 % | van de Nederlanders; |
29 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be