Ton
Niet te verwarren met: ton |
- Ton
- (verkorting) van Anton en Antonius, een Romeinse familienaam van waarschijnlijk Etruskische oorsprong, anders mogelijk een afleiding van het Oudgrieks ἄνθος (anthos) "bloem"
enkelvoud | bezitsvorm | meervoud | |
---|---|---|---|
naamwoord | Ton | Tons | Tonnen |
verkleinwoord | - |
Ton
- (mannelijke naam) een jongensnaam
- Ton ging meestal met de motor naar zijn werk.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Ton
- [A] Ontleend aan Latijns tōnus, leenwoord uit Oudgrieks tónos (τόνος).
- [B] Afkomstig uit het Oudhoogduits thāha ‘klei, leem’, ontwikkeld uit Oergermaans *þanhōn. Evenals Nederduits Dwa, Oudengels þō(he) en Gotisch þāhō.
[A] | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
nominatief | der Ton | die Töne |
genitief | des Tons des Tones |
der Töne |
datief | dem Ton | den Tönen |
accusatief | den Ton | die Töne |
[A] Ton m
- (natuurkunde), (muziek) toon (geluid, klank)
- klank (van de stem), spreektrant
- tint
- [1]: Halbton
- [1]: Klingelton
- [1]: tonangebend
- [1]: Tonart
- [1]: Tonaufnahme
- [1]: Tonhöhe
- [1]: Tonleiter
- [1]: vertonen
- [1]: Zwischenton
- [2]: Flüsterton
- [2]: Intonation
- [2]: Plauderton
- [2]: Tonfall
- [2]: Umgangston
- [3]: Farbton
- [3]: tönen
- [1]: Tonaufnahme
- [2]: Tonfall
- [3]: Tönung
[B] | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
nominatief | der Ton | die Tone |
genitief | des Tons des Tones |
der Tone |
datief | dem Ton | den Tonen |
accusatief | den Ton | die Tone |
[B] Ton m
- [2]: Ton brennen
klei vormen
- [2]: Ton formen
klei branden