Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: ton

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Ton
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Latijnse Antonius, een Romeinse familienaam van waarschijnlijk Etruskische oorsprong, alhoewel een afleiding van het Oudgriekse ἄνθος (anthos, "bloem") is gesuggereerd.
enkelvoud meervoud
naamwoord Ton Tonnen
verkleinwoord

Eigennaam

Ton

  1. (mannelijke naam) een jongensnaam
    • Ton ging meestal met de motor naar zijn werk. 
Verwante begrippen

Meer informatie


Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • Ton
Woordherkomst en -opbouw
  • [A] Ontleend aan Latijns tōnus, leenwoord uit Oudgrieks tónos (τόνος).
  • [B] Afkomstig uit het Oudhoogduits thāha ‘klei, leem’, ontwikkeld uit Oergermaans *þanhōn. Evenals Nederduits Dwa, Oudengels þō(he) en Gotisch þāhō.
[A] enkelvoud meervoud
nominatief der Ton die Töne
genitief des Tons
des Tones
der Töne
datief dem Ton den Tönen
accusatief den Ton die Töne

Zelfstandig naamwoord

[A] Ton m

  1. (natuurkunde), (muziek) toon (geluid, klank)
  2. klank (van de stem), spreektrant
  3. tint
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
 
Ton.
Klei.
[B] enkelvoud meervoud
nominatief der Ton die Tone
genitief des Tons
des Tones
der Tone
datief dem Ton den Tonen
accusatief den Ton die Tone

Zelfstandig naamwoord

[B] Ton m

  1. (geologie) klei (bodemsoort)
  2. klei (materiaal voor de productie van b.v. aardewerk of baksteen))
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • [2]: Ton brennen
klei vormen
  • [2]: Ton formen
klei branden