• spreek·trant
enkelvoud meervoud
naamwoord spreektrant spreektranten
verkleinwoord

de spreektrantm

  1. manier van spreken
     Hij dacht kennelijk nooit na over wat hij had gezegd of ging zeggen; daardoor had zijn snelle en zekere spreektrant iets buitengewoon fascinerends en overtuigends.[2]
     Jaren later legde Van Thijn in een van zijn vele boeken uit waarom hij altijd wat in de schaduw wilde blijven. Hij kende zijn beperkingen, zoals zijn moeizame spreektrant, die treffend werd geparodieerd door Kees van Kooten, en die merkwaardig contrasteerde met zijn vlotte schrijfstijl.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
  3.   Weblink bron
    Dik Verkuil
    “Ed van Thijn, 'man achter Den Uyl', hervond zijn Joodse identiteit” (ZO 19 DECEMBER 2021), NOS