Nederlands

 
[1] zaal waarin een college gegeven kan worden
 
[2] Kings College
 
[3] college B en W Batavia
Uitspraak
Woordafbreking
  • col·le·ge
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord college colleges
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het collegeo [3]

  1. (onderwijs) bijeenkomst waarin een docent een bepaald onderwerp uitlegt aan studenten
    • Net als vorig jaar komt De Wereld Draait Door met DWDD Summerschool, een kort college van een bekende gastspreker. Vanavond trapt Taco Dibbits af, de nieuwe directeur van het Rijksmuseum, met een college over de jonge Rembrandt. In het bijzonder vestigt hij de aandacht op de huwelijksportretten van Marten Soolmans en Oopjen Coppit uit 1634, die afwisselend in het Louvre en het Rijksmuseum worden tentoongesteld.[4] 
  2. (onderwijs) scholengemeenschap
    • Staatssecretaris Dekker, die onder meer over het project Zomerscholen aan de tand zal worden gevoeld, heeft een klein psychologisch voordeel. Eén van de twee deelnemers komt van zijn eigen oude school: het Oranje Nassau College uit Zoetermeer.[5] 
  3. regeringslichaam of bestuurslichaam
    • Het kunstwerk Kissing Earth van de Deens-IJslandse kunstenaar Olafur Eliasson, dat op het plein van Rotterdam Centraal moest komen staan, gaat niet door. Het college schrijft in een brief dat het niet is gelukt om de financiën rondom de twee enorme stalen wereldbollen rond te krijgen.[6] 
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • Het college van Bestuur.
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[7]

Meer informatie

Verwijzingen