Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • col·le·ge·zaal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord collegezaal collegezalen
verkleinwoord collegezaaltje collegezaaltjes

Zelfstandig naamwoord

de collegezaalv

  1. (onderwijs) een ruimte waarin les wordt gegeven aan studenten
    • De collegezaal was maar net groot genoeg voor de groep eerstejaarsstudenten. 
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid