Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • athe·ist
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord atheïst atheïsten
verkleinwoord atheïstje atheïstjes

Zelfstandig naamwoord

de atheïstm

  1. een persoon die niet gelooft in het bestaan van goden
Verwante begrippen
Synoniemen
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen