• Ox
  • Afkomstig van het Duitse woord  Ochse zn , dat van het Middelhoogduitse woord  ohse zn  en dat weer van het Oudhoogduitse woord  ohso zn  komt
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Ox der Ox Oxe die Oxe
datief me Ox em Ox Oxe de Oxe
accusatief en Ox der Ox Oxe die Oxe

Ox, m

  1. (landbouw) os gecastreerd mannelijk rund, Bos taurus  
  2. (figuurlijk), (scheldwoord) domkop, dwaas, ezel, hoornos, idioot, schaapskop
  3. (figuurlijk), (scheldwoord) ezel
  enkelvoud
nominatief   Ox  

Ox, m

  1. (sterrenbeeld) Stier
  2. (astrologie) Stier (dierenriem)