enkelvoud meervoud
idiot idiots

idiot

  1. (medisch) (scheldwoord) (pejoratief) idioot
    • De conclusie: een foto van Trump is het meest relevante resultaat bij het woord ‘idiot’. [1] 


  • Afgeleid van het Oudgriekse idiota

idiot mbezield

  1. (medisch)(verouderd) idioot; iemand die zwakzinnig is in de hoogste graad
  2. (pejoratief) idioot; scheldwoord voor iemand met een afwijkend standpunt of van afwijkend gedrag
  1. blázon m, hlupák m


  • IPA: /ɪdɪjɔt/
  • idiot
  • Afgeleid van het Oudgriekse idiota

idiot mbezield

  1. (medisch)(verouderd) idioot; iemand die zwakzinnig is in de hoogste graad
    «Intelektuální schopnosti idiota se pohybují zhruba na úrovni dvouletého dítěte.»
    Het intellectuele vermogen van een idioot ligt rond het niveau van een tweejarig kind.
  2. (pejoratief) idioot; scheldwoord voor iemand met een afwijkend standpunt of van afwijkend gedrag
    «Ty jsi fakt idiot
    Wat ben jij een idioot!



  1. hlupák mbezield, blbec mbezield, debil mbezield