• Af·ghaans
  • Afgeleid van Afghaan met het achtervoegsel -s
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen Afghaans Afghaanser Afghaanst
verbogen Afghaanse Afghaansere Afghaanste
partitief Afghaans Afghaansers -

Afghaans

  1. (demoniem) gerelateerd aan Afghanistan
    • Het Afghaans voetbalelftal is een team van voetballers dat Afghanistan vertegenwoordigt bij internationale wedstrijden. 
enkelvoud bezitsvorm meervoud
naamwoord Afghaans - -
verkleinwoord - - -

het Afghaanso

  1. geen meervoud (taal) oneigenlijke naam voor het Pasjtoe, de dominante taal in Afghanistan
    • Zo'n 35 procent van de Afghaanse bevolking spreekt Afghaans als moedertaal.