zwangerschapsonderbreking

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zwan·ger·schaps·on·der·bre·king
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zwangerschapsonderbreking zwangerschapsonderbrekingen
verkleinwoord (zwangerschapsonderbrekinkje) (zwangerschapsonderbrekinkjes)

Zelfstandig naamwoord

de zwangerschapsonderbrekingv

  1. (eufemisme) een voortijdige en kunstmatige beëindiging van een zwangerschap
    • Zwangere pubers laten vaak een zwangerschapsonderbreking verrichten. 
    • Bij een zwangerschapsonderbreking is er sprake van een zwangerschapsafbreking. 
Synoniemen
Hyperoniemen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid