Schwangerschaftsunterbrechung
- IPA: /ˈʃvaŋɐʃafʦʔʊntɐˈbʀɛçʊŋ/
- Schwan·ger·schafts·un·ter·bre·chung
- Samenstelling van Schwangerschaft en Unterbrechung met het invoegsel -s-.
Schwangerschaftsunterbrechung v
- zwangerschapsonderbreking
- «In Österreich ist die Schwangerschaftsunterbrechung bis zur zwölften Woche erlaubt.[1]»
- In Oostenrijk is de zwangerschapsonderbreking tot de twaalfde week geoorloofd.
- «In Österreich ist die Schwangerschaftsunterbrechung bis zur zwölften Woche erlaubt.[1]»
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | die Schwangerschaftsunterbrechung | die Schwangerschaftsunterbrechungen |
genitief | der Schwangerschaftsunterbrechung | der Schwangerschaftsunterbrechungen |
datief | der Schwangerschaftsunterbrechung | den Schwangerschaftsunterbrechungen |
accusatief | die Schwangerschaftsunterbrechung | die Schwangerschaftsunterbrechungen |
- Abbtreibung, (vaktaal) Interruptio, Schwangerschaftsabbruch
- Het woord Schwangerschaftsunterbrechung wordt soms vanuit taalzuiverend perspectief met het argument gebekritiseerd dat een Unterbrechung (onderbreking) een (in dit geval onmogelijke) voortzetting omvat. Vervolgens wordt meestal het woord Schwangerschaftsabbruch of Abbtreibung gebruikt.[2]
- ↑ Online-uitgave van de tageszeitung, het artikel Gottes garstige Gehsteigvertreter van 18.05.2004
- ↑ Duden, Deutsches Universalwörterbuch, 6e, bewerkte en uitgebreide oplage, Dudenverlag Mannheim - Leipzig - Wien - Zürich, 2006. Pagina 1507