• zout·vaat·je
enkelvoud meervoud
naamwoord - -
verkleinwoord zoutvaatje zoutvaatjes

het zoutvaatjeo dim. tant.

  1. (huishouden) bakje met een geperforeerde bovenkant voor het strooien en bevatten van keukenzout
    • Kun je mij even het zoutvaatje aangeven? 

het zoutvaatjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zoutvat
100 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be