keukenzout
  • keu·ken·zout
enkelvoud meervoud
naamwoord keukenzout
verkleinwoord

het keukenzouto

  1. (voeding) kleurloze of witte kristallijne vaste stof, voornamelijk natriumchloride, die veelvuldig in gemalen of korrelige vorm wordt gebruikt als smaakmaker en conserveringsmiddel
    • Het mooiste en meest informatieve verhaal over zout - gek genoeg groot geïllustreerd met een vage pepermolen - is van kookjournalist Joël Broekaert, Hij onthult het echte keukenzoutgeheim. Toevoeging kan leiden tot fermentatie en daarbij kan in het voedsel een ánder zout ontstaan: mononatriumglutamaat. Ve-tsin dus, de grote smaakmaker van de menselijke keuken. En totaal niet écht oosters: ‘in moedermelk zit bijna evenveel van het spul als in ichi-ban dashi’.[2] 
    • Bekijk hier voor meer dan duizend supermarktproducten hoeveel suiker, keukenzout en verzadigd vet ze bevatten. En ontdek dat een lekker kroketje met mosterd nog lang zo slecht niet is.[3]  
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Hendrik Spiering 2 maart 2016
  3. Volkskrant Joris van Venrooij 9 juni 2017