zelený

Slowaaks

Uitspraak

• IPA: /ˈzɛlɛniː/

Woordafbreking

• ze·le·ný

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van het Proto-Slavische *zelenъ.

Bijvoeglijk naamwoord

zelený

1. (kleur) groen; de kleur groen hebbend.
2. (ecologie) groen, milieuvriendelijk; ecologisch verantwoord, het milieu sparend.

Afgeleide begrippen

• zelenomodrý

Typische woordcombinaties

• zelený štvrtok m

Verwante begrippen

• zeleň
• zelenina v

Uitdrukkingen en gezegden

• dosťať zelenú

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /ˈzɛlɛniː/

Woordafbreking

• ze·le·ný

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van het Proto-Slavische *zelenъ.

Bijvoeglijk naamwoord

zelený

1. (kleur) groen; de kleur groen hebbend.
2. (fruit) onrijp
3. (ecologie) groen, milieuvriendelijk; ecologisch verantwoord, het milieu sparend.
4. (in een kaartspel) horend bij de kleur schoppen.

Verbuiging

	enkelvoud				meervoud
	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig
	bezield	onbezield			bezield	onbezield
nominatief	zelený		zelená	zelené	zelení	zelené		zelená
genitief	zeleného		zelené	zeleného	zelených
datief	zelenému		zelené	zelenému	zeleným
accusatief	zeleného	zelený	zelenou	zelené	zelené			zelená
vocatief	zelený		zelená	zelené	zelení	zelené		zelená
locatief	zeleném		zelené	zeleném	zelených
instrumentalis	zeleným		zelenou	zeleným	zelenými

Synoniemen

1. -
2. nedozralý, nezralý
3. ekologický
4. -

Antoniemen

1. -
2. zralý
3. neekologický
4. -

Hyperoniemen

• barva v

Afgeleide begrippen

• modrozelený
• zelená v
• zeleně (bw.)
• zeleno

Typische woordcombinaties

cvrčilka zelená v Strana zelených v zelená politika v zelené hnojení o

zelené plochy vmv Zelený čtvrtek m onbezield zelený pás m onbezield zelený zákal m

Verwante begrippen

zeleň v zelenáč m zelenat

zelenavý zelenina v zelenost v

Uitdrukkingen en gezegden

• Komu se nelení, tomu se zelení
• tráva je vždy zelenější na druhé straně plotu
• u zeleného stolu
• zelený závistí

Verwijzingen

• Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)