Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zee·meeuw
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zeemeeuw zeemeeuwen
verkleinwoord zeemeeuwtje zeemeeuwtjes

Zelfstandig naamwoord

de zeemeeuwv

  1. (steltloperachtigen) benaming voor zeevogels uit de familie meeuwen, Laridae  , die vooral op zee en langs de kust te vinden zijn
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be