Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wes·ters
Woordherkomst en -opbouw
  • In de politiek-culturele betekenis, een leenvertaling van Frans occidental, afgeleid van Occident, zie Westen.
  • Afgeleid van wester met het achtervoegsel -s, voor het eerst aangetroffen bij Kiliaan, in de betekenis “van het westen”. [1]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen westers westerser westerst
verbogen westerse westersere westerste
partitief westers westersers -

Bijvoeglijk naamwoord

westers

  1. (politiek) met betrekking tot of gelegen in het Westen
    • In de Tweede Wereldoorlog kwam Japan in conflict met de westerse mogendheden. 
    • Zijn beide ouders komen uit een westers land. 
     We zijn in de westerse maatschappij een beetje doorgeslagen in onze verslaving aan spullen en schulden.[2]
  2. (figuurlijk) (eufemisme) met een blank of Europees uiterlijk
  3. (verouderd) (windstreek) westelijk
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. westers op website: Etymologiebank.nl
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be