westers
- wes·ters
- In de politiek-culturele betekenis, een leenvertaling van Frans occidental, afgeleid van Occident, zie Westen.
- Afgeleid van wester met het achtervoegsel -s, voor het eerst aangetroffen bij Kiliaan, in de betekenis “van het westen”. [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | westers | westerser | westerst |
verbogen | westerse | westersere | westerste |
partitief | westers | westersers | - |
westers
- (politiek) met betrekking tot of gelegen in het Westen
- In de Tweede Wereldoorlog kwam Japan in conflict met de westerse mogendheden.
- Zijn beide ouders komen uit een westers land.
- ▸ We zijn in de westerse maatschappij een beetje doorgeslagen in onze verslaving aan spullen en schulden.[2]
- (figuurlijk) (eufemisme) met een blank of Europees uiterlijk
- (verouderd) (windstreek) westelijk
1. (politiek) met betrekking tot het Westen
- Het woord westers staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "westers" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ westers op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be