wegpikken

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  wegpikken    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• weg·pik·ken

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  weg bw  en  pikken ww 

Werkwoord

wegpikken

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
wegpikken	pikte weg	weggepikt
zwak -t	volledig

1. iets wegpakken dat niet van jou is

   • Maar als ze zoveel mogelijk bij ons gaan wegpikken, zou ik dat helemaal niet correct vinden. Wij willen ons project en onze kopmannen behouden. Jurgen Van den Broeck en Philippe Gilbert zeiden al dat ze willen blijven. Dat is niet meer dan normaal, want ze hebben nog een contract bij ons. Maar we geloven dat het echt wel reëel is om die mannen te houden. Wij zijn alleszins strijdvaardig.'  
   • De bendes trekken bewapend met machetes, pistolen en messen rond om buitenlanders te mishandelen. Zij steken buitenlanders in brand, plunderen winkels en verbranden auto’s van buitenlanders die in hun ogen crimineel zijn en banen voor Zuid Afrikanen wegpikken.  
   • Voor Telenet zou een overname van Integan - of van de participatie van de stad Antwerpen in Integan - een interessante zaak zijn. Het zou er meteen 200.000 potentiële klanten bij krijgen voor zijn analoge en digitale televisie-aanbod. Tegelijk zou het een kwart van de klanten wegpikken bij Indi, het digitale platform van Interkabel, dat vorige week aankondigde dat het in juli zelf van start gaat met een interactief digitaal aanbod.  

Synoniemen

• verduisteren, pikken, stelen, snaaien, pikken, jatten, dieven, achteroverdrukken, gappen, roven, ontfutselen, ontvreemden, plunderen

Vertalingen

    1.   

Engels: go thieving (en), take (en), snatch off (en), take away (en), snatch away (en)

Gangbaarheid

• Het woord wegpikken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wegpikken" herkend door:

96 %	van de Nederlanders;
92 %	van de Vlamingen.