verduisteren
- ver·duis·te·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verduisteren |
verduisterde |
verduisterd |
zwak -d | volledig |
verduisteren
- donkerder maken/van het licht beroven, bijvoorbeeld van hemellichamen
- De maan verduisterde de zon.
- ▸ Het verduisteren van de maan begon rond 04.30 uur en een uur later begon de totale eclips. Maar doordat een kwartiertje later de zon alweer opkwam in Nederland, kon alleen de start worden waargenomen.[1]
- (misdaad), (eufemisme) iets (m.n. geld) ontvreemden/stelen
- Hij werd gepakt voor het verduisteren van anderhalf miljoen.
- verplicht afplakken van alle ramen om de nachtelijke geallieerde bombardementen te bemoeilijken, tijdens de Tweede Wereldoorlog
- Door het verduisteren kon je zelfs 's nachts in je eigen straat nog verdwalen.
1. donkerder maken
2. iets (m.n. geld) ontvreemden/stelen
3. verplicht afplakken van alle ramen om de nachtelijke geallieerde bombardementen te bemoeilijken, tijdens de Tweede Wereldoorlog
- Het woord verduisteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "verduisteren" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron “Maansverduistering gedeeltelijk in Nederland te zien” (16 mei 2022), NOS
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be