• ver·duis·ter·de
vervoeging van
verduisteren

verduisterde

  1. enkelvoud verleden tijd van verduisteren
    • Ik verduisterde. 
    • Jij verduisterde. 
    • Hij, zij, het verduisterde. 
  2. verbogen vorm van verduisterd, voltooid deelwoord van verduisteren