ontvreemden
- Geluid: ontvreemden (hulp, bestand)
- ont·vreem·den
- In de betekenis van ‘ontstelen’ voor het eerst aangetroffen in 1333 [1]
- Afgeleid van vreemd met het voorvoegsel ont- en met het achtervoegsel -en [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
ontvreemden |
ontvreemdde |
ontvreemd |
zwak -d | volledig |
ontvreemden
- overgankelijk aan de rechtmatige eigenaar ontnemen, stelen
- Wie ontvreemdde dat geld?
- Het woord ontvreemden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ontvreemden" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "ontvreemden" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ ontvreemden op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be