vervoeging
onbepaalde wijs to  darken 
he/she/it  darkens 
verleden tijd  darkened 
voltooid
deelwoord
 darkened 
onvoltooid
deelwoord
 darkening 
gebiedende wijs  darken 

darken

  1. onovergankelijk donker worden, duister worden
  2. overgankelijk donker maken, duister maken, verduisteren [1]
  3. overgankelijk, (figuurlijk) naargeestig/somber e.d. maken, doen versomberen
99 % van de Amerikanen;
100 % van de Britten.[2]
  1. darken, Online Etymology Dictionary
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 18 februari 2020 “Measures of word prevalence for 61,800 English words” op ugent.be