Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • die·ven
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
dieven
diefde
gediefd
zwak -d volledig

Werkwoord

dieven [1]

  1. overgankelijk (informeel) stelen
  2. overgankelijk de 'dieven' afplukken van (een plant)
Hyponiemen
Vertalingen
Afgeleide begrippen

Zelfstandig naamwoord

de dievenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord dief
Uitdrukkingen en gezegden
  • Dieven met dieven vangen
mensen die niet eerlijk zijn of gemeen, moet je op dezelfde manier ook behandelen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen