wave
- Geluid: wave (hulp, bestand)
- IPA: / wef / (1 lettergreep)
- homofoon van weef; het verschil kan hoorbaar worden gemaakt door de e-klank te verlengen /ˈwe:f/ en in een Noordnederlandse uitspraak door de w-klank niet als /ʋ/, maar als /w/ uit te spreken.
- wave
- Van Engels wave, eigenlijk Mexican wave, omdat dit gebruik opgang maakte tijdens het wereldkampioenschap voetbal voor landenteams in 1986 in Mexico [1]; naamwoord van handeling van waven
- In de betekenis van ‘golfbeweging op tribune’ voor het eerst aangetroffen in 1987 [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wave | waves |
verkleinwoord | - | - |
de wave m
- (sport) gebruik waarbij toeschouwers in een stadion zijdelings na elkaar opstaan met geheven handen, zodat er voor het oog een golfbeweging op de tribune ontstaat
- beeld van een golfbeweging in een groep dat deelnemers creëren door stelselmatig na elkaar met geheven handen op te staan
vervoeging van |
---|
waven |
wave
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van waven
- Ik wave.
- gebiedende wijs van waven
- Wave!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van waven
- Wave je?
- Het woord wave staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "wave" herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
82 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ wave op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "wave" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- (werkwoord) erfwoord van Angelsaksisch wafian, Proto-Germaans *wab-.[1]
- (zelfstandig naamwoord) erfwoord van Middelengels waw, Angelsaksisch wagian. Verder van Proto-Germaans *wag-, Indo-Europees *wegh-. [2]
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to wave |
he/she/it | waves |
verleden tijd | waved |
voltooid deelwoord |
waved |
onvoltooid deelwoord |
waving |
gebiedende wijs | wave |
wave
- onovergankelijk golven ww
- onovergankelijk wuiven, zwaaien [1]
- onovergankelijk (v.e. vlag e.d.) wapperen
- overgankelijk doen golven/wapperen e.d.
enkelvoud | meervoud |
---|---|
wave | waves |
wave
- golf zn
- (figuurlijk) opwelling
- (figuurlijk) hype, trend
- wuivend/zwaaiend gebaar
- golflijn