microwave
- mi·cro·wave
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | microwave | microwaves |
verkleinwoord | - | - |
de microwave m
- (huishouden) (kookkunst) handig apparaat waarmee men waterige substanties snel kan opwarmen
1.
- Het woord microwave staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "microwave" herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- Afgeleid van wave met het voorvoegsel micro-.
- Verkorting van microwave oven.
enkelvoud | meervoud |
---|---|
microwave | microwaves |
microwave
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to microwave |
he/she/it | microwaves |
verleden tijd | microwaved |
voltooid deelwoord |
microwaved |
onvoltooid deelwoord |
microwaving |
gebiedende wijs | microwave |
microwave
- overgankelijk, (kookkunst) opwarmen in de magnetron