vooruitkomen
- Geluid: vooruitkomen (hulp, bestand)
- IPA: / vorˈœytkomə(n) / (4 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /vo̝ːˈrœʏ̯tˌkomə(n)/, /vo̝ːˈrʌʏ̯tˌkoʊ̯mə(n)/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /voːˈrœːtˌkoːmə(n)/
- voor·uit·ko·men
- samenstelling van vooruit bw en komen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
vooruitkomen |
kwam vooruit |
vooruitgekomen |
klasse 4 | volledig |
vooruitkomen
- ergatief vorderingen maken op weg naar iets
- Behalve dan dat de twee waarnemers zich, op het moment dat ze zo laag mogelijk gebukt vooruitkwamen, als konijnen lieten neerschieten. Eerst vielen er drie schoten en daarna een diepe stilte; de zaak was wat de vijand betreft afgedaan. [1]
- een betere positie krijgen
- [1] voortbewegen, vooruitgaan, vorderen
- [2] bloeien, floreren, gedijen, tieren, welvaren
1. vorderingen maken op weg naar iets
- Het woord vooruitkomen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vooruitkomen" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Lemaitre, Pierre"Tot ziens daarboven" 2014 ISBN 9789401601931 pagina 14
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be