voortbrengsel
- Geluid: voortbrengsel (hulp, bestand)
- IPA: /'vortbrɛŋsəl/
- voort·breng·sel
- Naamwoord van handeling van voortbrengen met het achtervoegsel -sel[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | voortbrengsel | voortbrengsels voortbrengselen |
verkleinwoord |
het voortbrengsel o
- resultaat van een activiteit
- Het voortbestaan van bedrijven staat of valt met de creatieve voortbrengselen van zulke koppige sujetten. Maar juist vrijdenkende geesten worden in het huidige gure klimaat als eerste door de HRM-unit van een tobbend bedrijf, als ongewenst individu geloosd. Jaknikkers houden ´t in guur weer het langst vol, maar zijn helaas niet in staat hun bedrijf te redden en leggen uiteindelijk ook het loodje.[2]
- Staand in deze hal vraag je je onwillekeurig af wat Komrij zelf van dit gebouw zou hebben gevonden. Zou hij het kind in de ontwerper hebben geprezen of zou hij de aanwezigheid van deze gebouwde kolos in de wereld van zijn jeugd hebben gehekeld zoals hij ook andere voortbrengselen van moderne architecten-geesten consequent met de grond gelijkmaakte?[3]
1.
- Het woord voortbrengsel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Telegraaf SONNY DUIJN 04 dec. 2012
- ↑ Tubantia Marthy Rothe 15-SEPTEMBER-2012