volant
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vo·lant
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | volant | volants |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de volant m
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord volant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "volant" herkend door:
71 % | van de Nederlanders; |
62 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
Frans
Uitspraak
Werkwoord
volant
- tegenwoordig deelwoord (participe présent) van voler
Bijvoeglijk naamwoord
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
mannelijk | volant | volants |
vrouwelijk | volante | volantes |
- vliegend
- mobiel, verplaatsbaar
- (medisch) (v.e. aandoening) zich snel ontwikkelend
Zelfstandig naamwoord
volant m
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
le | les |
- stuur
- (luchtvaart), (techniek) vliegwiel
- (techniek) spanwijdte
- (badminton) pluimbal, shuttle [1], volant [1]
- (financieel) chequestrook
- (techniek) onrust [3]