shuttle
- shut·tle
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘badmintonbal’ voor het eerst aangetroffen in 1936 [1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | shuttle | shuttles |
verkleinwoord |
de shuttle m
- (badminton) object bestaande uit een kurk en veren dat als bal gebruikt wordt bij badminton
- ▸ De shuttle wordt na de opslag zo vaak mogelijk heen en weer over het net gespeeld.[3]
- (verkeer) vervoermiddel dat een pendeldienst onderhoudt
- Er ging een shuttle naar het hotel.
- badmintonshuttle
- pluim (Vlaams)
- Het woord shuttle staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "shuttle" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "shuttle" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ shuttle op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron “Wat zijn de regels bij badminton?”, sportloaded.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
enkelvoud | meervoud |
---|---|
shuttle | shuttles |
shuttle
- (werktuigbouwkunde) schietspoel
- (werktuigbouwkunde) schuitje [2]
- (verkeer) pendeldienst
- (badminton) shuttle [1]
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to shuttle |
he/she/it | shuttles |
verleden tijd | shuttled |
voltooid deelwoord |
shuttled |
onvoltooid deelwoord |
shuttling |
gebiedende wijs | shuttle |
shuttle
- (verkeer) pendelen
- overgankelijk, (verkeer) heen en weer vervoeren