voeren/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van voeren | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | voeren | te voeren | ||||||
toekomend | zullen voeren | te zullen voeren | |||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben gevoerd | te hebben gevoerd | ||||||
toekomend | gevoerd zullen hebben | gevoerd te zullen hebben | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
voerend | gevoerd | ev. voer |
mv. verouderd voert |
voere | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||
tegenwoordig (o.t.t.) | voer | voert | voert | voert | voert | voeren | voeren | voeren | |
verleden (o.v.t.) | voerde | voerde | voerde | voerde | voerde | voerden | voerden | voerden | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal voeren | zult/zal voeren | zult/zal voeren | zult voeren | zal voeren | zullen voeren | zullen voeren | zullen voeren | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou voeren | zou voeren | zou(dt) voeren | zoudt voeren | zou voeren | zouden voeren | zouden voeren | zouden voeren | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb gevoerd | hebt gevoerd | hebt/heeft gevoerd | hebt gevoerd | heeft gevoerd | hebben gevoerd | hebben gevoerd | hebben gevoerd | |
verleden (v.v.t.) | had gevoerd | had gevoerd | had gevoerd | hadt gevoerd | had gevoerd | hadden gevoerd | hadden gevoerd | hadden gevoerd | |
toekomend (v.t.t.t.) | zal gevoerd hebben | zal/zult gevoerd hebben | zult/zal gevoerd hebben | zult gevoerd hebben | zal gevoerd hebben | zullen gevoerd hebben | zullen gevoerd hebben | zullen gevoerd hebben | |
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gevoerd hebben | zou gevoerd hebben | zou/zoudt gevoerd hebben | zoudt gevoerd hebben | zou gevoerd hebben | zouden gevoerd hebben | zouden gevoerd hebben | zouden gevoerd hebben | |
onpersoonlijke lijdende vorm gevoerd worden | |||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||
tegenwoordig | er wordt gevoerd | er is gevoerd | |||||||
verleden | er werd gevoerd | er was gevoerd | |||||||
toekomend | er zal gevoerd worden | er zal gevoerd zijn | |||||||
voorwaardelijk | er zou gevoerd worden | er zou gevoerd zijn |