voerde
- voer·de
vervoeging van |
---|
voeren |
voerde
- enkelvoud verleden tijd van voeren
- Ik voerde.
- Jij voerde.
- Hij, zij, het voerde.
- Ik voerde.
- Het woord voerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.