Een driekleurig viooltje.
  • vi·ool·tje
enkelvoud meervoud
naamwoord - -
verkleinwoord viooltje viooltjes

hetviooltjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord viool
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be