• (IPA in voorbereiding)
  • ak·ker·vi·ool·tje

het akkerviooltjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord akkerviool
enkelvoud meervoud
naamwoord
verkleinwoord akkerviooltje akkerviooltjes

het akkerviooltjeo dim. tant.

  1. (bloemplanten) Viola arvensis   een eenjarige plant uit de viooltjesfamilie (Violaceae  ). Het is een in Europa op bouwland veel voorkomende plant en zou daar als een onkruid gezien kunnen worden. Vooral tussen granen komt de plant vaak voor. De soort komt ook voor in wegbermen en op stortplaatsen