• ver·slaafd
  • vervoeging van verslaven: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel
vervoeging van: verslaven…
verbogen vorm: verslaafde

verslaafd

  1. voltooid deelwoord van verslaven
  2. vormt de voltooide tijden
    • Hij heeft zich in zijn jonge tijd een weinig teveel aan de studie verslaafd, maar nu stelt hij glorie die alleo te vergeten, uitgezonderd alleen deze spreuk die een weergaloze indruk op zijn gemoed gemaakt heeft: 'nobilitas sola est atque unica virtus'. [1]
  3. vormt een ergatieve constructie met het hulpwerkwoord raken
    • Daar raak je snel aan verslaafd. 
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen verslaafd verslaafder verslaafdst
verbogen verslaafde verslaafdere verslaafdste
partitief verslaafds verslaafders -

verslaafd [2] [3]

  1. (medisch) lichamelijk of geestelijk afhankelijk geworden
    • Hij is lange tijd aan heroïne verslaafd geweest. 
     Slimme puissant rijke ondernemers of kansloos verslaafd aan crack en fentanyl.[4]
  2. (figuurlijk) verzot, dol op
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[5]