Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·slaafd·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord verslaafdheid
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de verslaafdheidv

  1. het niet kunnen zonder bepaalde, negatief gewaardeerde zaken
     Aleksandr Vronski was, niettegenstaande zijn losbandig leven en vooral zijn verslaafdheid aan de drank, die algemeen bekend was, een volmaakte hoveling.[2]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen