upravit
- IPA: /ʊpravɪt/
- upra·vit
upravit perfectief
- voorbereiden, bereiden; van bijvoorbeeld eten en drinken
- «Žena upravila letos kapra na modro.»
- De vrouw bereidde dit jaar karper au bleu.
- «Žena upravila letos kapra na modro.»
- veranderen, bewerken, corrigeren, aanpassen; iets aan veranderde voorwaarden of omstandigheden aanpassen
- «Rádi naši nabídku upravíme dle Vašeho přání!»
- Wij passen onze aanbod graag op basis van uw wensen aan!
- «Rádi naši nabídku upravíme dle Vašeho přání!»
- prepareren, behandelen; de eigenschappen van een oppervlak veranderen
- «Sjezdovky jsou vždy kvalitně upraveny, při nepřízni počasí je využito umělé zasněžování.»
- De pistes zijn altijd kwalitatief goed geprepareerd, bij slecht weer wordt kunstmatige besneeuwing gebruikt.
- «Sjezdovky jsou vždy kvalitně upraveny, při nepřízni počasí je využito umělé zasněžování.»
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
eerste persoon | upravím | upravíme | |
tweede persoon | informeel | upravíš | upravíte |
formeel | upravíte | ||
derde persoon | upraví | upraví |
- Oude schrijfwijze: upraviti perfectief
- aranžovat imperfectief / perfectief, připravovat imperfectief / připravit perfectief, přichystat
- adaptovat imperfectief / perfectief, adjustovat imperfectief / perfectief, korigovat imperfectief / perfectief, modifikovat imperfectief / perfectief, pozměnit, uspořádat perfectief
- ošetřit