uitkomst
- Geluid: uitkomst (hulp, bestand)
- IPA: / ˈœytkɔmst / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /'œʏ̯tkɔmst/, /'ʌʏ̯tkɔmst/
- (Vlaanderen, Brabant): /'œːtkɔmst/
- (Limburg): /'œːtkɔms/
- uit·komst
- Naamwoord van handeling van uitkomen met het achtervoegsel -st
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | uitkomst | uitkomsten |
verkleinwoord | uitkomstje | uitkomstjes |
de uitkomst v
- de afloop van een bepaald proces
- De uitkomst ervan was dat hij er kon blijven wonen.
- Het was de uitkomst van een zenuwslopende stemming waarbij Laurence, de absolute topfavoriet van de bookmakers, bij de jury enigszins teleurstellend als derde eindigde met 231 punten. Zweden won bij de vakjury’s voor het verrassende Noord-Macedonië. [1]
- een omstandigheid of zaak die in een moeilijkheid voorziet
- Het was een uitkomst dat je wist hoe dat moest.
- Alle pillen voor de hele week in één keer kunnen slikken. Dat zou een uitkomst zijn voor mensen die iedere dag op vaste tijden een flink aantal medicijnen slikken.[2]
- (wiskunde), getal als resultaat van een bewerking.
- [1] einde, afloop
- [2] oplossing, middel
- [3] gevolg, resultaat, uitvloeisel, voortvloeisel
1. de afloop van een bepaald proces
3. resultaat van een bewerking
- Het woord uitkomst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "uitkomst" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Tubantia Stefan Raatgever 19 mei. 2019 Duncan doet waar Nederland na 44 jaar naar smachtte
- ↑ NRC Sander Voormolen 10 januari 2018 Alle medicijnen in één pil
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be