• twee·de kerst·dag
enkelvoud meervoud
naamwoord tweede kerstdag tweede kerstdagen
verkleinwoord - -

de tweede kerstdagm

  1. (feest) (tijdrekening) (kerst) 26 december, de dag na Kerstmis zelf, voor veel mensen in christelijke landen ook een vrije dag
  • De officiële schrijfwijze is volgens de opmerking bij spellingregel 16.L als afleiding van "Kerstmis" met kleine letters. Iemand die ook dit woord als naam van een feestdag beschouwt kan het met hoofdletters "Tweede Kerstdag" schrijven.[2]