tunen/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van tunen
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		tunen			te tunen
	toekomend		zullen tunen			te zullen tunen
voltooid	tegenwoordig		hebben getuned			te hebben getuned
	toekomend		getuned zullen hebben			getuned te zullen hebben
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	tunend		getuned			ev. tune	mv. verouderd tunet	tune
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	tune	tunet	tunet	tunet	tunet	tunen	tunen	tunen
verleden (o.v.t.)	tunede	tunede	tunede	tunede	tunede	tuneden	tuneden	tuneden
toekomend (o.t.t.t.)	zal tunen	zult/zal tunen	zult/zal tunen	zult tunen	zal tunen	zullen tunen	zullen tunen	zullen tunen
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou tunen	zou tunen	zou(dt) tunen	zoudt tunen	zou tunen	zouden tunen	zouden tunen	zouden tunen
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	heb getuned	hebt getuned	hebt/heeft getuned	hebt getuned	heeft getuned	hebben getuned	hebben getuned	hebben getuned
verleden (v.v.t.)	had getuned	had getuned	had getuned	hadt getuned	had getuned	hadden getuned	hadden getuned	hadden getuned
toekomend (v.t.t.t.)	zal getuned hebben	zal/zult getuned hebben	zult/zal getuned hebben	zult getuned hebben	zal getuned hebben	zullen getuned hebben	zullen getuned hebben	zullen getuned hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou getuned hebben	zou getuned hebben	zou/zoudt getuned hebben	zoudt getuned hebben	zou getuned hebben	zouden getuned hebben	zouden getuned hebben	zouden getuned hebben
onpersoonlijke lijdende vorm getuned worden
	onvoltooid				voltooid
tegenwoordig	er wordt getuned				er is getuned
verleden	er werd getuned				er was getuned
toekomend	er zal getuned worden				er zal getuned zijn
voorwaardelijk	er zou getuned worden				er zou getuned zijn
lijdende vorm getuned worden
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		getuned worden			getuned te worden
	toekomend		getuned zullen worden			getuned te zullen worden
voltooid	tegenwoordig		getuned zijn			getuned te zijn
	toekomend		getuned zullen zijn			getuned te zullen zijn
	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (o.t.t.)	word getuned	wordt getuned	wordt getuned	wordt getuned	wordt getuned	worden getuned	worden getuned	worden getuned
verleden (o.v.t.)	werd getuned	werd getuned	werd getuned	werdt getuned	werd getuned	werden getuned	werden getuned	werden getuned
toekomend (o.t.t.t.)	zal getuned worden	zult getuned worden	zult getuned worden	zult getuned worden	zal getuned worden	zullen getuned worden	zullen getuned worden	zullen getuned worden
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou getuned worden	zou getuned worden	zou/zoudt getuned worden	zoudt getuned worden	zou getuned worden	zouden getuned worden	zouden getuned worden	zouden getuned worden
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	ben getuned	bent getuned	bent/is getuned	zijt getuned	is getuned	zijn getuned	zijn getuned	zijn getuned
verleden (v.v.t.)	was getuned	was getuned	was getuned	waart getuned	was getuned	waren getuned	waren getuned	waren getuned
toekomend (v.t.t.t.)	zal getuned zijn	zult getuned zijn	zult getuned zijn	zult getuned zijn	zal getuned zijn	zullen getuned zijn	zullen getuned zijn	zullen getuned zijn
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou getuned zijn	zou getuned zijn	zou/zoudt getuned zijn	zoudt getuned zijn	zou getuned zijn	zouden getuned zijn	zouden getuned zijn	zouden getuned zijn