tunede
- tune·de
vervoeging van |
---|
tunen |
tunede
- enkelvoud verleden tijd van tunen
- Ik tunede.
- Jij tunede.
- Hij, zij, het tunede.
- Ik tunede.
- Het woord tunede staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
tunen |
tunede