toeslaan/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van toeslaan | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | toeslaan | toe te slaan | ||||||||
toekomend | zullen toeslaan toe zullen slaan |
te zullen toeslaan toe te zullen slaan | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben toegeslagen | te hebben toegeslagen | ||||||||
toekomend | toegeslagen zullen hebben | toegeslagen te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
toeslaand | toegeslagen | ev. sla toe |
mv. verouderd slaat toe |
sla toe (bijzin) toesla | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
hoofdzin | ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | sla toe | slaat toe | slaat toe | slaat toe | slaat toe | slaan toe | slaan toe | slaan toe | |||
verleden (o.v.t.) | sloeg toe | sloeg toe | sloeg toe | sloeg toe | sloeg toe | sloegen toe | sloegen toe | sloegen toe | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal toeslaan | zult/zal toeslaan | zult/zal toeslaan | zult toeslaan | zal toeslaan | zullen toeslaan | zullen toeslaan | zullen toeslaan | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou toeslaan | zou toeslaan | zou(dt) toeslaan | zoudt toeslaan | zou toeslaan | zouden toeslaan | zouden toeslaan | zouden toeslaan | |||
bijzin | .. dat ik | .. dat jij, je | .. dat u | .. dat gij | .. dat hij, zij, het | .. dat wij | .. dat jullie | .. dat zij | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | toesla | toeslaat | toeslaat | toeslaat | toeslaat | toeslaan | toeslaan | toeslaan | |||
verleden (o.v.t.) | toesloeg | toesloeg | toesloeg | toesloeg | toesloeg | toesloegen | toesloegen | toesloegen | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal toeslaan toe zal slaan |
zult/zal toeslaan toe zult/zal slaan |
zult/zal toeslaan toe zult/zal slaan |
zult toeslaan toe zult slaan |
zal toeslaan toe zal slaan |
zullen toeslaan toe zullen slaan |
zullen toeslaan toe zullen slaan |
zullen toeslaan toe zullen slaan | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou toeslaan toe zou slaan |
zou toeslaan toe zou slaan |
zou(dt) toeslaan toe zou(dt) slaan |
zoudt toeslaan toe zoudt slaan |
zou toeslaan toe zou slaan |
zouden toeslaan toe zouden slaan |
zouden toeslaan toe zouden slaan |
zouden toeslaan toe zouden slaan | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb toegeslagen | hebt toegeslagen | hebt/heeft toegeslagen | hebt toegeslagen | heeft toegeslagen | hebben toegeslagen | hebben toegeslagen | hebben toegeslagen | |||
verleden (v.v.t.) | had toegeslagen | had toegeslagen | had toegeslagen | hadt toegeslagen | had toegeslagen | hadden toegeslagen | hadden toegeslagen | hadden toegeslagen | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal toegeslagen hebben | zal/zult toegeslagen hebben | zult/zal toegeslagen hebben | zult toegeslagen hebben | zal toegeslagen hebben | zullen toegeslagen hebben | zullen toegeslagen hebben | zullen toegeslagen hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou toegeslagen hebben | zou toegeslagen hebben | zou/zoudt toegeslagen hebben | zoudt toegeslagen hebben | zou toegeslagen hebben | zouden toegeslagen hebben | zouden toegeslagen hebben | zouden toegeslagen hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm toegeslagen worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt toegeslagen | er is toegeslagen | |||||||||
verleden | er werd toegeslagen | er was toegeslagen | |||||||||
toekomend | er zal toegeslagen worden | er zal toegeslagen zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou toegeslagen worden | er zou toegeslagen zijn | |||||||||
lijdende vorm toegeslagen worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | toegeslagen worden | toegeslagen te worden | ||||||||
toekomend | toegeslagen zullen worden | toegeslagen te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | toegeslagen zijn | toegeslagen te zijn | ||||||||
toekomend | toegeslagen zullen zijn | toegeslagen te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word toegeslagen | wordt toegeslagen | wordt toegeslagen | wordt toegeslagen | wordt toegeslagen | worden toegeslagen | worden toegeslagen | worden toegeslagen | |||
verleden (o.v.t.) | werd toegeslagen | werd toegeslagen | werd toegeslagen | werdt toegeslagen | werd toegeslagen | werden toegeslagen | werden toegeslagen | werden toegeslagen | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal toegeslagen worden | zult toegeslagen worden | zult toegeslagen worden | zult toegeslagen worden | zal toegeslagen worden | zullen toegeslagen worden | zullen toegeslagen worden | zullen toegeslagen worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou toegeslagen worden | zou toegeslagen worden | zou/zoudt toegeslagen worden | zoudt toegeslagen worden | zou toegeslagen worden | zouden toegeslagen worden | zouden toegeslagen worden | zouden toegeslagen worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben toegeslagen | bent toegeslagen | bent/is toegeslagen | zijt toegeslagen | is toegeslagen | zijn toegeslagen | zijn toegeslagen | zijn toegeslagen | |||
verleden (v.v.t.) | was toegeslagen | was toegeslagen | was toegeslagen | waart toegeslagen | was toegeslagen | waren toegeslagen | waren toegeslagen | waren toegeslagen | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal toegeslagen zijn | zult toegeslagen zijn | zult toegeslagen zijn | zult toegeslagen zijn | zal toegeslagen zijn | zullen toegeslagen zijn | zullen toegeslagen zijn | zullen toegeslagen zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou toegeslagen zijn | zou toegeslagen zijn | zou/zoudt toegeslagen zijn | zoudt toegeslagen zijn | zou toegeslagen zijn | zouden toegeslagen zijn | zouden toegeslagen zijn | zouden toegeslagen zijn |