• toe·sla
vervoeging van
toeslaan

toesla

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toeslaan
    • ... dat ik toesla. 
vervoeging van
toeslaan

toesla

  1. (in een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van toeslaan
    • ... dat men toesla.