Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • toe·sloe·gen

Werkwoord

vervoeging van
toeslaan

toesloegen

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van toeslaan
    • ...dat wij toesloegen. 
    • ...dat jullie toesloegen. 
    • ...dat zij toesloegen.