• ter·neer·ge·sla·gen
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen terneergeslagen terneergeslagener terneergeslagenst
verbogen terneergeslagenste
partitief terneergeslagens terneergeslageners -

terneergeslagen

  1. (formeel) ontmoedigd, somber vanwege tegenslag
    • Hij ging terneergeslagen zitten. 
     Ze zag natuurlijk meteen aan me dat ik terneergeslagen was, deed de radio uit en zette theewater op.[1]
vervoeging van: terneerslaan…
verbogen vorm: terneergeslagene

terneergeslagen

  1. voltooid deelwoord van terneerslaan
90 % van de Nederlanders;
74 % van de Vlamingen.[3]
De schrijfwijze "teneergeslagen" werd in dit onderzoek door 97 % van de Nederlanders en 96 % van de Vlamingen herkend, hoewel dit nooit een officiële spelling is geweest.
  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044632767
  2.   Weblink bron “Teneergeslagen / terneergeslagen” op taaladvies.net
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be