• ter·sluiks
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen tersluiks tersluikser tersluikst
verbogen tersluikse tersluiksere tersluikste
partitief tersluiks tersluiksers -

tersluiks

  1. op onopgemerkte wijze, in het verborgene
    • Die tersluikse veranderingen in dat artikel hebben er een aardige tijd gestaan, maar nu zijn ze verwijderd. 

tersluiks

  1. op tersluikse wijze
    • Hij trachtte tersluiks wat zout in haar koffie te doen, maar de kwade aap werd gelukkig betrapt. 

tersluiks

  1. partitief van de stellende trap van tersluik
70 % van de Nederlanders;
70 % van de Vlamingen.[2]