Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ter·neer

Bijwoord

terneer

  1. naar beneden, omlaag, neerwaarts
     Bij het wereldberoemde Gezicht op Delft kan gesproken worden van overweldigende stilte: de personen staan te staan, het wateroppervlak is rimpelloos, de wolken hangen in evenwicht en in rust terneer.[1]
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

61 % van de Nederlanders;
29 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Rien Alink
    “'Vermeers Straatje zelf is belangrijker dan de discussie'” (3 april 2016), Het Parool
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be