Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ter·neer·druk·ken
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

terneerdrukken

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
terneerdrukken
drukte terneer
terneergedrukt
zwak -t volledig
  1. naar omlaag drukken
     De Heere knielt neer. Dat veroorzaakt de angst van Zijn hart, de last van de toorn van God. Wie waarachtige omgang heeft met God, die kent de uitwendige plechtigheden niet, maar gaat, staat, zit, ligt, knielt in het geloof, in het gebed, zoals het hem drijft. Maar er zijn ogenblikken van bittere nood en angst. Dan werpt men zich ter aarde, op zijn aangezicht, zoals de Heere. Want de verschrikkelijke angst en last van de toorn van God heeft Hem terneergedrukt, dat Hij in het stof kermt, een worm, geen mens. En Hij bidt.[1]
  2. (figuurlijk) droevig maken,
     Pierre voelde dat die noodlottige kracht, die hem tijdens de terechtstelling had terneergedrukt en die tijdens zijn gevangenschap onmerkbaar was geweest, nu zijn bestaan weer beheerste.[2]
     Daarbij is wel opvallend dat deze vraag reformatorische christenen doorgaans meer terneerdrukt dan evangelische. Mensen in vrije groepen hebben vaak een blijmoediger geloofsleven. Is dat alleen oppervlakkigheid?[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Jezus knielt” (5 april 2014), Reformatorisch Dagblad
  2. “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
  3.   Weblink bron
    W. B. Kranendonk
    “Christenen klagen soms te veel” (4 april 2016), Reformatorisch Dagblad