stormram
- storm·ram
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stormram | stormrammen |
verkleinwoord | stormrammetje | stormrammetjes |
de stormram m
- (militair) (geschiedenis) (in een belegering) een toestel, balk, stootblok, e.d. om de poort van een vesting open te beuken
- grote stevige paal om een deur in te rammen
- De politie gebruikte een stormram om in de woning van de terroristen te komen.
- (figuurlijk) iets waarmee men een opening of bekentenis kan forceren
- ▸ 'Waarom heeft u die opname gemaakt, redacteur Levov?' vroeg de advocaat op dezelfde lichte toon als wanneer hij naar het weer zou hebben gevraagd. Wat een fantastische openingsvraag! dacht Eric. Zo briljant eenvoudig, en toch een stormram.[4]
een toestel, balk, e.d. om een deur, poort te forceren
- Het woord stormram staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stormram" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ stormram op website: Etymologiebank.nl
- ↑ stormram op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044633535
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be