• stie·kem
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen stiekem stiekemer stiekemst
verbogen stiekeme stiekemere stiekemste
partitief stiekems stiekemers -

stiekem

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) in een vorm of op een manier die geen aandacht trekt
     Na een ijzersterk optreden bij het NK sprint - waar hij goud pakte met vier uitstekende tijden - begon de drievoudig olympisch kampioen zelfs stiekem aan de wereldtitel te denken.[4]
  2. bewust verborgen, opzettelijk in het geheim
     Hij vertelde dat vorig jaar een vrouw stiekem een uur op zijn telefoon naar Europa had gebeld waardoor hij een maand later een rekening van meer dan 150 dollar dollar had gekregen. Dat wilde hij niet nog een keer meemaken.[5]
  3. (pejoratief) in het geniep om iemand te kunnen benadelen
    • Ze hadden stiekem een punaise op zijn stoel gelegd. 
     Een man heeft in Zwolle geprobeerd om een kerstboom stiekem mee te nemen in zijn fietstas.[6]
  • [1] zich stiekem houden
  • [2] stiekem doen
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[7]
  1. Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
  2. stiekem op website: Etymologiebank.nl
  3. "stiekem" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  4.   Weblink bron
    Daan de Ridder
    “Nuis dacht stiekem aan wereldtitel: 'Maar opeens gaat het niet meer vanzelf'” (8 maart 2024) op nu.nl  
  5. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  6.   Weblink bron “Man probeert stiekem kerstboom mee te nemen: ‘Het paste net in de fietstas’” (11 december 2022) op nu.nl  
  7.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be